Op 14 april keurde het Turkse parlement een wet goed waarbij de straf van bijna 90.000 gevangenen ingekort wordt zodat ze vrijgelaten kunnen worden.
Nis 23, 2020
Dit is een maatregel om overbevolking en de verspreiding van het nieuwe coronavirus in de gevangenissen tegen te gaan. Het wetsvoorstel werd ingediend door de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) en haar bondgenoot, de Partij voor Nationalistische Beweging (MHP). Van de 600 parlementsleden stemden 279 voor het voorstel en 53 tegen.
Ook MHP-leider Devlet Bahçeli stemde voor nadat hij op 13 april het parlementaire debat had gevolgd.
De wet moet nog worden ondertekend door president Recep Tayyip Erdoğan. Daarna moet hij nog verschijnen in het Turkse staatsblad. Als dat gebeurd is, komt bijna een derde van de Turkse gevangenisbevolking vervroegd vrij. Het gaat om ongeveer 90.000 mensen.
Na een wet op 31 december 2000 waarna een aantal gevangenen gratie kreeg, is dit de grootste operatie van vervroegde vrijlating in Turkije. Mensen die vast zitten voor bepaalde feiten zoals seksuele misdrijven die de publieke opinie beroeren, drugsmisdrijven, moord, geweld tegen vrouwen of terrorisme, krijgen geen gratie.
Aanvankelijk zullen de 75.000 mensen worden vrijgelaten die in een instelling met open regime verblijven. Zij mogen voorwaardelijk naar huis. Op 31 mei wordt hun situatie dan herbekeken.
Als de COVID-19-pandemie op 31 mei nog aanhoudt, kan het ministerie van Justitie die periode van voorwaardelijke vrijheid nog 3 keer verlengen, elke keer met een periode van 2 maanden. Het gaat zeker om gevangenen die al een jaar in een open regime verblijven.
De rechten van mensen die in een gesloten regime verblijven, maar in aanmerking komen om naar een open instelling te verhuizen, werd besproken. Mensen die veroordeeld zijn voor 1 misdaad, behalve voor georganiseerde misdaad, terrorisme, spionage en misdaden tegen de staatsveiligheid, en die zich goed gedragen, mogen naar een open instelling en hoeven geen jaar te wachten. De anderen krijgen dat recht niet. Nadat een gevangene 80% van zijn straf heeft uitgezeten, kan hij een aanvraag voor vervroegde vrijlating indienen, behalve als dat over meer dan 3 jaar strafvermindering gaat.
Ook wordt de algemene duur van de straf gehalveerd, behalve voor daders van moord met voorbedachten rade, doelbewust toebrengen van verwondingen, slagen en verwondingen op een kind, een bejaarde of een echtgenoot, seksueel geweld, handel of productie van drugs, spionage, misdaden tegen de nationale inlichtingendiensten, en overtredingen van de wet op de inlichtingendiensten of de anti-terreurwet.
De wet bestaat uit 70 punten. Een voorstel om ook de straffen van overtreders van de wet op de nationale inlichtingendienst te halveren, werd niet goedgekeurd. Deze misdadigers krijgen sowieso minimaal 2 derden van hun straf.
Eerder dit jaar werden de journalisten Barış Terkoğlu, Barış Pehlivan en Murat Ağırel gearresteerd omdat zij berichten verspreidden over de dood van enkele medewerkers van de inlichtingendienst die in Libië actief waren.
Als zij veroordeeld worden, zal hun straf dus niet ingekort worden. In de wet wordt wel huisarrest opgelegd voor gevangenen van 65 jaar en ouder, voor zwangere vrouwen, en gevangenen die medische hulp nodig hebben. Ook mensen met een besmettelijke ziekte krijgen een andere regeling. Mensen die een criminele bende oprichtten voor financieel gewin, krijgen juist een zwaardere straf. Op dit moment hebben ongeveer 45.000 Turken een alternatieve straf, bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn. Door de nieuwe wet wordt dat aantal verdubbeld.
Op 13 april maakte minister van Justitie Abdulhamit Gul bekend dat in 5 open gevangenissen al 17 gevallen van COVID-19 zijn gemeld. Daarvan zijn 3 gevangenen overleden.
De CHP, de belangrijkste oppositiepartij, is van plan de wet voor het grondwettelijk hof te brengen om vernietigd te worden. Dat maakte fractieleider Engin Özkoç op 13 april bekend tijdens een persconferentie.
Volgens de Republikeinse Volkspartij is de wet namelijk in strijd met de grondwet. De partij is al bezig met het formuleren van een verzoek aan het grondwettelijk hof. Het belangrijkste punt van kritiek voor de CHP is het feit dat gevangen journalisten en burgerrechtenactivisten de nieuwe rechten niet krijgen.