+31 24 378 00 86 info@adalet-consultancy.nl

 

Het Turkse huwelijksvermogensrecht

HUWELIJKSGOEDERENREGIME TUSSEN ECHTGENOTEN
EERSTE AFDELING
ALGEMENE BEPALINGEN
A. WETTELIJKE HUWELIJKSGOEDERENREGIME
ARTIKEL 202.- In het algemeen geldt tussen de echtgenoten het regime van
verwervingsdeelneming.21
De echtgenoten kunnen bij een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime een van
de andere in de wet genoemde regimes aanvaarden.
B. OVEREENKOMST INZAKE HUWELIJKSGOEDERENREGIME
I. Inhoud van de overeenkomst
ARTIKEL 203.- Een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime kan voor of na de
huwelijkssluiting gesloten worden. Partijen kunnen het door hen gewenste
huwelijksgoederenregime slechts binnen de in de wet omschreven grenzen kiezen, opheffen of
wijzigen.
II. Bevoegdheid tot sluiting van een overeenkomst
ARTIKEL 204.- Een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime kan alleen
gesloten worden door partijen die over onderscheidingsvermogen beschikken.
Minderjarigen en onder curatele gestelden zijn verplicht de toestemming van hun wettelijke
vertegenwoordigers te verkrijgen.
III. Vorm van overeenkomst
ARTIKEL 205.- Een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime komt tot stand bij
de notaris door opstelling [van een notariële akte] of door bekrachtiging [van een onderhandse
akte].
Partijen kunnen echter ook tijdens de huwelijksaangifte schriftelijk te kennen geven welk
huwelijksgoederenregime zij kiezen.
Een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime dient door partijen en indien vereist

HET REGIME VAN VERWERVINGSDEELNEMING
A. EIGENDOM
I. Inhoud
ARTIKEL 218.- Het regime van verwervingsdeelneming omvat de verwervingen en het
persoonlijke vermogen van ieder der echtgenoten.
II. Verwervingen
ARTIKEL 219.- Verwervingen zijn vermogensbestanddelen die iedere echtgenoot
gedurende dit regime onder bezwarende titel heeft verkregen.
De verwervingen van een echtgenoot zijn in het bijzonder de volgende:
1. Zijn inkomsten uit arbeid,
2. De betalingen door instanties voor sociale zekerheid, instellingen voor hulp aan
personeel en soortgelijke,
3. De uitkeringen wegens verlies van zijn vermogen om arbeid te verrichten,
4. De inkomsten uit zijn persoonlijk vermogen,
Vertaling Turks BW – tekst –- 2-3-2007 rechten.vu.nl
36
5. De vermogenswaarden die verwervingen vervangen.
III. Persoonlijke vermogen
1. Op grond van de wet
ARTIKEL 220.- Tot het persoonlijke vermogen behoort op grond van de wet:
1. Het goed dat alleen voor persoonlijk gebruik door een van de echtgenoten bestemd is,
2. Vermogensbestanddelen die bij aanvang van het huwelijksgoederenregime aan een van de
echtgenoten toebehoren of later door een van de echtgenoten wegens een erfenis of op een enige
andere wijze om niet zijn verkregen,
3. Vorderingen uit immateriële schade,
4. Vermogenswaarden die persoonlijk vermogen vervangen.
2. Op grond van overeenkomst
ARTIKEL 221.- De echtgenoten kunnen bij een overeenkomst inzake het
huwelijksgoederenregime aanvaarden dat vermogensbestanddelen die voortvloeien uit
beroepsuitoefening of ondernemingsactiviteit en die tot de verwervingen zouden moeten worden
gerekend, als persoonlijk vermogen worden beschouwd.
De echtgenoten kunnen bij een overeenkomst inzake het huwelijksgoederenregime ook
bepalen dat inkomsten uit persoonlijk vermogen niet tot de verwervingen worden gerekend.
IV. Bewijs
ARTIKEL 222.- Wie beweert dat een bepaald vermogensbestanddeel aan een van de
echtgenoten toebehoort, is verplicht om zijn bewering te bewijzen.
Vermogensbestanddelen waarvan niet bewezen is aan welke echtgenoot zij toebehoren,
worden geacht hun mede-eigendom te zijn.
Alle vermogensbestanddelen van een echtgenoot worden geacht verwerving te zijn totdat het
tegendeel is bewezen.
B. BEHEER, GEBRUIK EN BESCHIKKING
ARTIKEL 223.- Iedere echtgenoot heeft binnen de wettelijke grenzen het recht zijn
persoonlijke vermogen en zijn verwervingen te beheren, te gebruiken en hierover te beschikken.
Een van de echtgenoten kan niet zonder toestemming van de ander beschikken over zijn
aandeel in het vermogen dat in mede-eigendom staat, tenzij anders is overeengekomen.
C. AANSPRAKELIJKHEID JEGENS DERDEN
ARTIKEL 224.-
Iedere echtgenoot is met zijn gehele vermogen voor zijn schulden aansprakelijk.
D. BEËINDIGING VAN HUWELIJKSGOEDERENREGIME EN VEREFFENING
I. Tijdstip van beëindiging
ARTIKEL 225.- Het huwelijksgoederenregime eindigt bij het overlijden van een der
echtgenoten of door de aanvaarding van een ander huwelijksgoederenregime.
Indien door de rechter is beslist tot nietigverklaring van het huwelijk, tot beëindiging ervan
wegens echtscheiding of tot omzetting [van het bestaande huwelijksgoederenregime] in een
algehele scheiding van goederen, eindigt het huwelijksgoederenregime op het tijdstip waarop de
rechtszaak aanvangt.